Het is vrijdagmiddag en de telefoon in de praktijk staat roodgloeiend, alle mensen willen nog even vóór het weekend… vertrouwen ’t toch niet helemaal…
Onze assistente blijft gelukkig scherp als ze hoort dat poes ‘Mies’ die onlangs blaasontsteking heeft gehad nu weer moeite heeft met plassen, maar óók moeilijk overeind komt en sleept met haar achterpoten. ‘Dat klinkt niet goed’ hoor ik haar zeggen en Mies mag meteen komen.
In de praktijk aangekomen, blijkt dat Mies een enorm overvulde blaas heeft, iets dat we heel vaak bij katers zien met een verstopte plasbuis, maar zelden bij poezen. Mies was heel zwak, bleek al een niervergiftiging te hebben en een ondertemperatuur door de shock.
Na de eerste hulp (blaas leegmaken door het aanprikken van de blaas en een infuus in haar bloedvat), maakten we een röntgenfoto. We verwachtten een grote blaassteen in haar blaashals te zien (dé reden waardoor een vrouwelijke kat niet kan plassen), maar we waren verrast een enorme obstipatie in haar darm te zien, die de blaasuitgang had geblokkeerd!
Dit was gelukkig makkelijk op te lossen en Mies knapte daarna snel op.
Het is niet altijd wat het lijkt….
En zo zien we vaker aannames van eigenaren die we moeten bijsturen: ”een demente, luid mauwende kat” blijkt enorme hoofdpijn te hebben door hoge bloeddruk en na behandeling een stuk rustiger te worden. En een oudere hond die niet meer vóór maar áchter de baas aanloopt, is niet ‘gewoon oud’, maar blijkt pijn te hebben aan zijn versleten gewrichten en na behandeling weer ‘4 jaar jonger’ te worden. Evenals de wat mollige, melancholische hond die ‘nieuwe batterijen’ had gekregen na behandeling van zijn te trage schildklier.
Wij als dierenarts vinden ’t altijd fijn als we mogen meekijken -en denken met u, bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse gezondheidscheck van uw huisdier.
Uw kringdierenarts maakt dan het verschil.